donderdag 6 juni 2013
woensdag 5 juni 2013
Contractering Risicobeheersing Financiële haalbaarheid
Auteur: Denzel Seca
Welke investeringen en opbrengsten zijn te verwachten bij de uitvoering van dit Masterplan? Met welke risico’s moet rekening worden gehouden?
Het Masterplan is financieel haalbaar mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan en risico’s goed worden beheerst door regelmatig te monitoren en afspraken tussen de partners goed vast te leggen.
Financiële haalbaarheid
Het Masterplan biedt investeringskansen voor private partijen en de overheid. Ongeveer eenderde van de investeringen wordt door de overheid opgebracht. De financiële haalbaarheidsonderzoeken voor het overheidsdeel tonen aan dat uitvoering in de tijd op dit moment realistisch wordt ingeschat.
De lange looptijd van het Masterplan betekent dat thans niet te voorziene vooral economische invloeden effect kunnen hebben op de haalbaarheid. Momenteel staan op meerdere overheidsbegrotingen voldoende middelen gereserveerd om een groot deel van het Masterplan in de komende tien jaar ter hand te kunnen nemen.
Omdat ook de private partners hun investeringsbeslissingen nemen op grond van elementen met een acceptabel risicoprofiel, wordt bij de realisatie van het Masterplan uitgegaan van een gefaseerde aanpak in vier uitvoeringsclusters:
Binnen een uitvoeringscluster kan per bouwprogramma worden beslist over voorbereiding en uitvoering. Op deze manier kan snel en efficiënt worden ingespeeld op kansen en of bedreigingen en zijn risico’s beter beheersbaar. Het uitvoeringscluster ‘OV-Terminal’ wordt als eerste gestart. Het is goed mogelijk daarnaast nog een van de andere clusters tot ontwikkeling te brengen.
Contractering
In het Masterplan zijn ontwikkellocaties opgenomen op zowel gemeentegrond als ook op grond in eigendom van private partners. Aangezien het Masterplan een gebiedsgerichte ontwikkeling voorstaat, is er een sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de belangrijkste private partners, het Rijk en de gemeente Utrecht. Cruciaal in de realisatie van het Masterplan is een goede en transparante samenwerking tussen alle betrokken partijen.
Welke investeringen en opbrengsten zijn te verwachten bij de uitvoering van dit Masterplan? Met welke risico’s moet rekening worden gehouden?
Het Masterplan is financieel haalbaar mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan en risico’s goed worden beheerst door regelmatig te monitoren en afspraken tussen de partners goed vast te leggen.
Financiële haalbaarheid
Het Masterplan biedt investeringskansen voor private partijen en de overheid. Ongeveer eenderde van de investeringen wordt door de overheid opgebracht. De financiële haalbaarheidsonderzoeken voor het overheidsdeel tonen aan dat uitvoering in de tijd op dit moment realistisch wordt ingeschat.
De lange looptijd van het Masterplan betekent dat thans niet te voorziene vooral economische invloeden effect kunnen hebben op de haalbaarheid. Momenteel staan op meerdere overheidsbegrotingen voldoende middelen gereserveerd om een groot deel van het Masterplan in de komende tien jaar ter hand te kunnen nemen.
Omdat ook de private partners hun investeringsbeslissingen nemen op grond van elementen met een acceptabel risicoprofiel, wordt bij de realisatie van het Masterplan uitgegaan van een gefaseerde aanpak in vier uitvoeringsclusters:
- A. OV-Terminal
- B. Vredenburg/Catharijnesingel
- C. Lombokplein inclusief Westpleintunnel
- D. Leidsche Vaart/Smakkelaarsveld
Binnen een uitvoeringscluster kan per bouwprogramma worden beslist over voorbereiding en uitvoering. Op deze manier kan snel en efficiënt worden ingespeeld op kansen en of bedreigingen en zijn risico’s beter beheersbaar. Het uitvoeringscluster ‘OV-Terminal’ wordt als eerste gestart. Het is goed mogelijk daarnaast nog een van de andere clusters tot ontwikkeling te brengen.
Contractering
In het Masterplan zijn ontwikkellocaties opgenomen op zowel gemeentegrond als ook op grond in eigendom van private partners. Aangezien het Masterplan een gebiedsgerichte ontwikkeling voorstaat, is er een sterke onderlinge afhankelijkheid tussen de belangrijkste private partners, het Rijk en de gemeente Utrecht. Cruciaal in de realisatie van het Masterplan is een goede en transparante samenwerking tussen alle betrokken partijen.
dinsdag 4 juni 2013
MKDH-model
Auteur: Ridvan Karadag
Met deze blog zal ik ingaan op het MKDH-model, dit model gaat over macht, kracht, draagvlak en haalbaarheid. Deze zal ik verder toepassen op de Stationsgebied in Utrecht. Een belangenkaart is een groot onderdeel van het MKDH-model, het is opgebouwd uit een overzichtelijke tabel waarin de rollen, streven en de krachten van alle actoren zijn beschreven. Zo kan men zien wat de verschillende belangen zijn en in welke fases de actoren betrokken zijn geraakt.
Met deze blog zal ik ingaan op het MKDH-model, dit model gaat over macht, kracht, draagvlak en haalbaarheid. Deze zal ik verder toepassen op de Stationsgebied in Utrecht. Een belangenkaart is een groot onderdeel van het MKDH-model, het is opgebouwd uit een overzichtelijke tabel waarin de rollen, streven en de krachten van alle actoren zijn beschreven. Zo kan men zien wat de verschillende belangen zijn en in welke fases de actoren betrokken zijn geraakt.
Westplein
Auteur: Denzel Seca
Waar nu het overladen verkeersknooppunt Westplein ligt, komt in de toekomst een mooi plein dat Lombok sterker met het stadshart verbindt: het Lombokplein. Veel minder dan nu zal er dan sprake zijn van een verkeersbelemmering voor voetgangers en fietsers. De exacte ontwerpen worden de komende tijd verder gedetailleerd.
Het plein vormt de koppeling tussen de Kanaalstraat en de voetgangersverbinding langs de Leidsche Rijn richting de ‘oude stad’.
Waar nu het overladen verkeersknooppunt Westplein ligt, komt in de toekomst een mooi plein dat Lombok sterker met het stadshart verbindt: het Lombokplein. Veel minder dan nu zal er dan sprake zijn van een verkeersbelemmering voor voetgangers en fietsers. De exacte ontwerpen worden de komende tijd verder gedetailleerd.
Het plein vormt de koppeling tussen de Kanaalstraat en de voetgangersverbinding langs de Leidsche Rijn richting de ‘oude stad’.
De gemeente en een aantal betrokken bewoners en organisaties -gebundeld in de 'Ontwikkelgroep Lombok Centraal'- hebben tussen 2010 en 2012 samen aan de toekomst van dit gebied gewerkt. Dit heeft een ontwikkelvisie geschept. Het college heeft de concept-visie in juni 2011 vrijgegeven voor advies en mei 2012 de bindende vastgesteld.
De belangrijkste grondslagen zijn een betere aaneenschakeling van Lombok op de binnenstad en het sterk reduceren van de huidige verkeersbelemmering voor fietsers en voetgangers. Op basis van deze grondslagen zijn drie verkeersmodellen naar voren gekomen: mèt tunnel onder het plein, zonder tunnel en een combinatie hiervan. Mei 2012 heeft het college besloten voorlopig nog geen keuze te maken uit deze drie ontwerpen.Terugbrengen Historische Stadsbuitengracht (Catharijnesingel)
Auteur: Dennis Broers
Enkele jaren nadat Utrecht stadsrechten kreeg in 1122 werd gebouwd aan de Stadsbuitengracht, een van de rechten van de stadsrechten was namelijk het recht op een stadsmuur met een gracht eromheen. De Stadsbuitengracht was ongeveer zes kilometer lang en volgde in het zuidelijk deel van het oude Utrecht de toenmalige loop van de Rijn. Van de Rijnbocht werd een gedeelte afgedamd voor de Stadsbuitengracht omdat deze niet gebruikt werd. De functies van de Stadsbuitengracht waren in de eerste eeuwen het afbakenen van het stadgebied het verdedigen van de stad in geval van oorlog.
In 1958 gaf de Utrechtse gemeenteraad de Duitse
verkeerskundige Max Erich Feuchtinger de opdracht om de binnenstad voor
autoverkeer bereikbaarder te maken. Er werd een plan bedacht waarbij de gehele
Stadsbuitengracht gedempt zou worden en worden vervangen voor een rondweg met
vele parkeergarages. Door de historische binnenstad werd een oost-west en
noord-zuid verbinding voorzien. Het plan kreeg veel weerstand van de Utrechtse
inwoners. Later werden de bolwerken en wallen, die om de Stadsbuitengracht
staan, op een monumentenlijst geplaatst, waardoor het plan voor het droogleggen
van de gehele gracht niet meer door kon gaan.
In 1962 kwam er een nieuw voorstel van de stedenbouwkundige
J.A. Kuiper. Dit voorstel was gebaseerd op het plan van Feuchtinger. Het
voorstel van deze stedenbouwkundige was namelijk het dempen van de westelijke
en noordwestelijke delen, dus niet de gehele gracht. In 1965 stelde Kuper zijn
definitieve basisplan voor de binnenstad op. De gedeeltelijke demping van de
singels uit zijn eerdere plan nam hij over, net zoals het doorbreken van de
binnenstad van Feuchtinger. Het plan voor de weg ging samen met het plan van
Bredero, welke voor de realisatie van het Hoog Catharijne zorgde. Uiteindelijk
stond het Rijk de gedeeltelijke demping van de singels in het noordwesten toe.
Het noorden van de Catharijnesingel werd veranderd in de Catherijnebaan, een
verdiepte autoweg. Het westelijke deel van de Weerdsingel werd gebruikt als
parkeerterrein. Met de verdere plannen voor de binnenstad van Kuiper is nooit wat
gedaan.
Het dempen van de Catharijnesingel in de jaren zeventig
heeft voor veel verdriet gezorgd onder de bewoners van Utrecht. Het water in de
singel wordt daarom nu weer teruggebracht. De singel wordt weer een levendige
stadsgracht met werven, horeca en winkels. Hiermee wordt de historische
singelstructuur rond de binnenstad van Utrecht in ere hersteld. De singel sluit
aan op de Leidsche Rijn zodat er ook een vaarverbinding ontstaat.
De projecten van Utrecht Centraal
Auteur: Dennis Vollenga
In deze post wordt een lijst met projecten gepresenteerd die in uitvoering, voorbereiding of gebruik zijn. Elk project is gelinkt aan de website van CU2030 zodat u meer informatie over de diverse projecten kunt vinden. Ook de datum van de verwachte oplevering is vermeld in deze blog.
In deze post wordt een lijst met projecten gepresenteerd die in uitvoering, voorbereiding of gebruik zijn. Elk project is gelinkt aan de website van CU2030 zodat u meer informatie over de diverse projecten kunt vinden. Ook de datum van de verwachte oplevering is vermeld in deze blog.
- Projecten in uitvoering
- Bus- en tram projecten In fases tot 2018
- Catharijnesingel 2019
- Croeselaan In fases tot 2018
- Jaarbeursplein Gefaseerd tussen 2012 - 2018
- Muziekpaleis Oplevering eind 2013, 1e seizoen 2014/2015
- Nieuw Hoog Catharijne 2012-2019
- OV-terminal 2016
- Stadskantoor 2014
- Stationsplein west 2014
- Vredenburgknoop2014
- Projecten in voorbereiding
- Bibliotheek 2015-2017
- Casino Nog te bepalen
- Hotel Onbekend
- Jaarbeurspleingebouw 2016-2018
- Jaarbeurshallen en terrein Vanaf 2013
- Knoopkazerne 2014-2016
- Leeuwenstijn 2014-2016
- Megabioscoop 2013-2014
- Kantoren mineurslaan 2015-2018
- Rabobrug 2016
- Gebouwen Rijnkade 2017-2019
- Smakkelaarsveld 2017
- Stationspleinoost In fases 2013-2018
- Gebouwen rondom Stationsplein oost 2014-2017
- Vredenburgplein 2016
- Van Sijpesteijnkade Onbekend
- Westplein Onbekend
- Projecten in gebruik
- De Vredenburg Opgeleverd in 2012
- Noordertunnel Opgeleverd in 2010
maandag 3 juni 2013
De Utrechtse Biowasmachine
Auteur: Esmé Scholte
"een integrale en duurzame aanpak van grondwaterverontreinigingen onder het stationsgebied"
Utrecht is een stad zoals vele steden in Nederland waar meerdere historische grondwaterverontreinigingen zijn. De verontreinigde plekken kunnen worden gesaneerd om een schone grond te creëren. Dit is een tijdrovende klus die erg ingewikkeld is en die hoge kosten met zich mee brengen.
"een integrale en duurzame aanpak van grondwaterverontreinigingen onder het stationsgebied"
Utrecht is een stad zoals vele steden in Nederland waar meerdere historische grondwaterverontreinigingen zijn. De verontreinigde plekken kunnen worden gesaneerd om een schone grond te creëren. Dit is een tijdrovende klus die erg ingewikkeld is en die hoge kosten met zich mee brengen.
Door de lage stromingssnelheid van het grondwater wordt de
grondverontreiniging niet op een natuurlijke wijze weggespoeld, het probleem
wordt juist alleen maar groter. De gemeente Utrecht wilt hier verandering in
brengen en gaat met haar partners om te tafel om een oplossing te vinden tegen
de verontreiniging in het Stationsgebied. Onder andere de Jaarbeurs, CU2030, de
Rabobank, ProRail, de NS en Corio zijn verantwoordelijke partijen die
samenwerken met de gemeente.
De oplossing die bedacht was is de Utrechtse Biowasmachine,
grof gezegd is dat een gecontroleerde verspreiding binnen de systeemgrens om de
biologische afbraak van de bodemverontreiniging te bevorderen. Maar voordat de
gemeente Utrecht kan beginnen met de aanpak van de bodemverontreiniging is er
een gemeentelijk beleidskader nodig, dit heeft ermee te maken dat de Wet
Bodemverontreiniging gericht is op één specifieke vervuilingsbron. In het geval
van Utrecht centrum spreken we over meerdere verontreinigingen binnen een groot
oppervlak. Utrecht heeft voor dit probleem overleg gevoerd met het ministerie
van VROM (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer).
Daaruit is vastgesteld dat de gemeente toestemming heeft gekregen voor het plan.
Abonneren op:
Posts (Atom)